ochtendschermings witte doek
is zwart gekleurd en ombenoemd
vanaf heden zal het als galajurk
nog alleen de maan maar bekleden
de kleermaker naait de hele nacht
hij meet, sneed af en doet zijn vak
trekt hier en daar de stof in vorm
een snoes van een kleed, 't is enorm
onsterfelijkheid was hem daarvoor beloofd
gewaardeerd wordt zijn werk, met rijkheid beloond
dure vezels, sieraden en vleugels van goud
gauw is hij klaar, al wordt het erg koud
nu hoort hij een vroege vogel zeiken
"ben je stom of wil jij 't niet begrijpen dat
als jij 't voltooid hebt de zon gaat verdwijnen?
de bijen, de bloemen, de loop der dingen
gaan veranderen, zodra die vogels niet zingen
en denk dat onder de duistere hemelstent
je alles leuke, gewone, de liefde dan kwijt bent
storm zal je oogsten voor 't zaaien van wind
jouw vermeende geluk is een ongewild kind
jij stijve drol, je vuilig domoor wie ben jij
nog alleen, waar is de rijkdom dan voor?"
Dienstag, 26. Mai 2009
Abonnieren
Kommentare zum Post (Atom)
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen